Rodehond

Rodehond (rubella) is een infectieziekte door het rubellavirus. Alleen mensen hebben dat virus.

Rodehond is overal in de wereld. In Nederland worden kinderen tegen rodehond gevaccineerd in het Rijksvaccinatieprogramma. Het is daardoor een zeldzame ziekte geworden.

Je kunt de ziekte via de lucht krijgen van iemand die besmet is en die hoest of niest, of via rechtstreeks contact, bijvoorbeeld via de handen. Na besmetting, duurt het nog 2 tot 3 weken voordat je ziek wordt. Vanaf 10 dagen voordat je ziek wordt kun je al besmettelijk zijn voor anderen. Ook nadat je ziek bent geweest ben je nog 1 week besmettelijk. 

Meestal merk je niet veel van de ziekte. Ongeveer de helft van mensen die besmet zijn, heeft geen klachten. Vooral jonge kinderen hebben geen of weinig klachten. Als er wel klachten zijn, geeft het rozerode vlekjes over het lichaam. Je kunt je ook grieperig voelen, je lymfeklieren kunnen dikker worden en je kunt pijn krijgen in je gewrichten. De ziekte is vooral gevaarlijk voor ongeboren kinderen in de eerste helft van de zwangerschap. Afhankelijk van hoe lang de zwangerschap nog duurt, kunnen verschillende organen worden aangetast als het ongeboren kind het virus krijgt.

De meeste Nederlanders die zijn geboren na 1963, zijn als kind tegen rodehond gevaccineerd in het Rijksvaccinatieprogramma. Ben je niet gevaccineerd en heb je nooit rodehond gehad? Dan is het verstandig om je alsnog te laten vaccineren. Dat kun je doen met het zogeheten BMR-vaccin, waarmee je een vaccinatie krijgt tegen de bof, mazelen en rodehond.

Ook algemene hygiënische maatregelen zijn belangrijk, zoals regelmatig je handen wassen met zeep. Lees bij het RIVM meer over rodehond.