Ebola

Ebola is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door een virus.

Je kunt ebola krijgen in afgelegen dorpen in de buurt van tropische regenwouden in Midden- en West-Afrika. Op de pagina Advies per Land vind je waar je de ziekten kunt krijgen.

Je kunt ebola krijgen als je in contact komt met iemand die besmet is, ook als die persoon is overleden. Dat gebeurt via lichaamsvloeistoffen, zoals bloed, urine (plas), speeksel en braaksel (kots). Zo kun je zelf dus ook anderen besmetten. Je kunt het virus ook krijgen van lichaamsvloeistoffen van levende of dode dieren in het wild, zoals apen, vleermuizen of bosantilopen. Dat kan dus ook als je vlees eet van besmette wilde dieren.

In het begin heb je koorts, hoofdpijn, spierpijn en keelpijn, en voel je je zwak. Daarna moet je overgeven en krijg je diarree, huiduitslag en klachten aan je lever en nieren. Vaak ontstaan er bloedingen, waarbij organen ernstig worden aangetast. De kans dat je overlijdt is groot.

Je kunt je als Nederlandse reiziger niet laten vaccineren tegen ebola. Het is ook daarom belangrijk dat je probeert het virus niet te krijgen:

• Zorg ervoor dat je niet rechtstreeks in contact komt met lichaamsvloeistoffen van mensen die besmet zijn of ziek zijn. Dit geldt ook voor mensen die aan het virus zijn overleden.
• Blijf uit de buurt van mensen met klachten zoals koorts, spierpijn of huiduitslag.
• Raak ook geen spullen aan van iemand die mogelijk besmet is, zoals injectienaalden, kleding, lakens of eetgerei. 
• Vermijd contact met vleermuizen en ga niet naar grotten of mijnen waar vleermuizen zijn.
• Raak geen wilde dieren aan, levend of dood (zoals apen of antilopen).
• Eet geen vlees van wilde dieren (bushmeat).

Lees bij het RIVM meer over ebola.